Kan uw schuldenaar zijn vermogen nog verbergen in zijn vennootschap ? Neen oordeelt het Hof van Cassatie in een baanbrekend arrest.
Het Hof van Cassatie verwerpt het cassatieberoep van H.D.N., die veroordeeld werd omdat hij zijn onvermogen bewust organiseerde om een schuldeiser te ontlopen.
De beklaagde was bestuurder van winstgevende vennootschappen maar koos er systematisch voor zichzelf geen marktconforme vergoeding of dividenden toe te kennen, en liet winsten en tegoeden binnen zijn vennootschapsstructuren. Hierdoor beschikte hij privé over geen beslagbare goederen, terwijl hij wel in een luxueuze woning verbleef en toegang had tot vennootschappelijke middelen.
Het Hof bevestigt dat:
- het misdrijf van bedrieglijke organisatie van onvermogen (art. 490bis Sw.) ook kan bestaan uit het bewust verhinderen van privé-vermogensgroei of het voortzetten van een kunstmatig onvermogende privé-toestand zodra een schuld opeisbaar is;
- er geen vereiste bestaat dat de schuldeiser eerst alle uitvoeringsmogelijkheden uitput;
- het bedrieglijk opzet aanwezig is zodra de dader weet dat zijn constructies de invordering onmogelijk maken.
Het verweer dat de vennootschapsstructuur louter fiscaal gemotiveerd was, werd verworpen: vanaf het moment dat een zekere en opeisbare schuld bestaat, wordt het bewust bestendigen van onvermogen strafbaar.
Het Hof oordeelde bovendien dat de feiten niet verjaard waren, aangezien de beklaagde gedurende jaren herhaaldelijk nieuwe daden van vermogensafscherming stelde.
Deze uitspraak onderstreept dat ondernemers die via vennootschapsconstructies hun privé-vermogen afschermen om schuldeisers te ontwijken, zich blootstellen aan strafrechtelijke sancties wegens bedrieglijk onvermogen.
De tekst van het arrest vindt u terug op: https://juportal.be/content/ECLI:BE:CASS:2025:ARR.20251021.2N.11/NL