![Belexa okt 2023 263 noteblock](https://elexa.be/transforms/files/55444/Belexa-okt-2023-263-noteblock_c4e5561f3b7499de879a2711a54811f5.jpg 1920w, https://elexa.be/transforms/files/55444/Belexa-okt-2023-263-noteblock_5fd53689e20318af83f8f5724838cfa0.jpg 1366w, https://elexa.be/transforms/files/55444/Belexa-okt-2023-263-noteblock_292b6480f8890e4c2b237d4c17b16a3b.jpg 768w, https://elexa.be/transforms/files/55444/Belexa-okt-2023-263-noteblock_9ff2139d7826ab04ba2e40c2030fd2b4.jpg 360w)
Over het recht op vergoeding in geval van beëindiging van de aanneming door de opdrachtgever
Bij aannemingsovereenkomsten heeft de opdrachtgever op grond van artikel 1794 Oud Burgerlijk Wetboek (OBW) steeds het recht om deze overeenkomst door zijn enkele wil te beëindigen. Dergelijke beëindiging is derhalve niet ‘foutief’ al zal men daarbij wél de aannemer schadeloos moeten stellen voor zijn uitgaven, arbeid en gederfde winst. Maar hoe gaan we hier praktisch best mee om?